De menselijke kant van het vak
Van een afstandje kijk ik naar een gebroken vrouw. Vandaag moet ze afscheid nemen van haar man, haar maatje, haar alles. Er rolt een traan over haar wang, maar ik zie ook dat ze glimlacht. Haar man ligt in een prachtige, populierhouten kist. Het moment dat we de deksel erop moeten doen, is daar.
Opeens heeft ze in de gaten dat ik naar haar kijk. Heel even voel ik me betrapt, maar ze lacht en zegt dat het oké is. ‘Het is tijd hè?’. Ik knik. ‘Laten we het maar doen dan.’ Nog één keer streelt ze het gezicht van haar man. ‘Dag lieverd&rs